Ga naar de inhoud

Interview drs. Femke van Leeuwen

Dokter Femke van Leeuwen is bedrijfsarts, maar vooral ook een gepassioneerd voorvechter van gezonde leefstijl en preventie op de werkvloer. In dit interview vertelt zij openhartig over haar carrière pad, haar persoonlijke drijfveren en hoe zij haar passie voor gezondheid dagelijks in de praktijk brengt.

 

Kunt u iets vertellen over uw carrière pad? Hoe bent u bij de bedrijfsgeneeskunde terechtgekomen?

“Oorspronkelijk wilde ik neuroloog worden, over bedrijfsgeneeskunde had ik nog nooit gehoord. Tijdens mijn coschappen overleed mijn vader plotseling. Dat heeft wel invloed gehad op die periode. Achteraf denkend was dat het moment dat ik merkte dat als het leven even wat minder leuk is de sfeer en betrokkenheid op je werk bijdraagt aan hoe je door zoiets heen komt. Werk is dan een belangrijke factor. Tijdens mijn co-schap bij een arbodienst in de Botlek kwam ik letterlijk in een andere wereld terecht. Het werk was heel divers en het was ook erg gezellig daar, met de collega’s en met de “patiënten”(wij bedrijfsartsen noemen onze patiënten werknemers, want dat zijn het). En je was nooit een week alleen maar op kantoor, werkgevers bezoeken om de werkomstandigheden te bekijken was altijd nodig, een essentieel onderdeel van ons vak maar dat voelde ook als een soort schoolreisje. Want het kan gaan om een kantoorgebouw maar ook over een boorplatform of een grote zeekraan. Ik ben daar blijven werken en leerde gaandeweg hoe breed en betekenisvol de wereld van de bedrijfsgeneeskunde is.”

 

Wat sprak u zo aan in het werk van de bedrijfsarts?

De manier waarop werknemers vol enthousiasme vertellen of laten zien welk werk ze doen vind ik nog steeds prachtig. Dan praat je even niet met iemand die ziek is maar met een trotse bakker, directeur of chauffeur. Voor mijn patiënten is hun werk net zo belangrijk als mijn werk dat voor mij is. Hen helpen dat werk weer gezond en duurzaam te kunnen doen is betekenisvol. Er liggen ook veel kansen voor preventie, want wat voor de ene werknemer geldt kan ook voor de collega’s gelden – samen met werkgever kun je dan bekijken of er vanuit preventief oogpunt actie te ondernemen valt. Of het nu gaat om tilwerk verminderen door een ergonoom in te zetten of zitgedrag te verminderen in het kader van vitaliteit en weerbaarheid.

Het mooie is dat je je werkweek zo divers kan maken als je zelf wilt en je specialiseren in wat je het meest boeit. Voor mij is dat preventie, waaronder leefstijl. Om te laten zien hoe je dat op het werk kan toepassen hebben we vorig jaar met de NVAB en de Vereniging van Arts en Leefstijl een Handreiking Het Leefstijlroer op het Werk gepubliceerd.”


Hoe ziet een gemiddelde werkdag er voor u uit?

“Dat varieert. Bijna dagelijks heb ik spreekuren. Soms plan ik een wandelspreekuur. Laatst sprak ik een patiënt met veel rugpijn en stress. Het voelde niet logisch om tegenover haar aan een bureau te blijven zitten. We gingen wandelen, wat voor ons beiden goed was. Ze vertelde achteraf dat ze bang was dat ze het hele gesprek zou huilen, maar het werd juist een fijn en open gesprek. Zoiets laat zien hoe belangrijk onze voorbeeldfunctie is. Een bezoek aan de bedrijfsarts maakt vaak indruk, daar moeten we zorgvuldig mee omgaan en de kans gebruiken om goed advies te geven, daar hoort leefstijl voor mij altijd bij.

Naast de spreekuren hebben we vaak contact met werkgevers en kennen we de werkplek. Met risico-inventarisaties, keuringen en verzuimrapportages weten we welke factoren op de werkvloer gezond zijn en waar meer risico aan zit. Op basis daarvan kunnen we heel gericht adviseren, preventief. Medewerkers kunnen bovendien altijd bij ons terecht, ook buiten de werkgever om als ze dat zouden willen. Als je bijvoorbeeld ziet dat mensen structureel te veel achter een beeldscherm zitten, kun je met werkgever praten over de kansen om sedentair gedrag tegen te gaan. Je zoekt steeds naar kansen om duurzame inzetbaarheid te bevorderen. Bij ArboNed staat er op sommige vestigingen een pingpongtafel. We doen ook wandelchallenges met elkaar waarbij teams het tegen elkaar opnemen, heel motiverend en verbindend
.”

 

Een groot deel van uw werk draait om psychisch verzuim. Welke rol speelt leefstijl daarbij?

“Psychisch verzuim maakt zo’n 30-40% van ons werk uit, dat is veel. En juist dan is leefstijl cruciaal. Mensen bezuinigen op hun leefstijl als het druk wordt, zowel op het werk als thuis. Ze slaan het sporten over of lunchen achter hun computer en bezuinigen qua tijd op sporten of ontspanning. Terwijl juist in die periodes het pakken van regie over je gezondheid zo belangrijk is. Kleine veranderingen, elk (half) uur even opstaan, een korte wandeling, maken al verschil. We merken dat huisartsen steeds vaker naar ons verwijzen bij psychsische problematiek – de wachtlijsten in de GGZ zijn lang en zelfs de POH-GGZ heeft een wachtlijst. Mooi is ook het werk van de Coalitie Leefstijl in de Zorg: Nieuwe handreiking: benut de ggz-wachttijd voor herstel met leefstijl    – Coalitie Leefstijl in de Zorg.”

 

U bent actief betrokken bij leefstijl en preventie. Waar komt die passie vandaan? 

“Mijn leefstijlpassie is een beetje uit de hand gelopen. De verhoogde pensioenleeftijd en de coronapandemie benadrukten hoe belangrijk leefstijl is. Mensen met die rookten of overgewicht hadden liepen meer risico en mijn vader is overleden aan een combinatie van leefstijlproblematiek. Ik ben me gaan bijscholen, om zeker te weten of leefstijl inderdaad zo’n belangrijke rol heeft bij het ontstaan en de preventie van ziekte, en dat werd bevestigd. Er zijn inmiddels veel leefstijlinitiatieven maar nog weinig gericht op het werk. Daarom heb ik met de vereniging van Arts & Leefstijl in gesprek gegaan. We mochten een handreiking schrijven met handvatten voor werkgevers en werknemers “Het Leefstijlroer op het Werk”, die kun je vinden op de website van Arts en Leefstijl en de NVAB Handreiking Het Leefstijlroer op het werk – NVAB. Inmiddels ben ik ook actief in de hoofdredactieraad van het Nederlands Tijdschrift voor Leefstijlgeneeskunde en ik geef gastlessen bij de Erasmus. Daarnaast hoor ik bij “bedrijfsartsworden.nl”, een leuke website voor als je benieuwd bent naar wat er buiten het ziekenhuis allemaal te doen is.”

Wat betekent gezondheid en vitaliteit voor u persoonlijk?

“Bewegen is voor mij essentieel. Niet alleen drie keer per week sporten, maar ook tussendoor bewegen. Als ik een patiënt ophaal, neem ik een extra rondje of trap. Zoals eerder gezegd doe ik ook aan wandelspreekuren. Tijdens vergaderingen loop ik regelmatig rond. Als het geen meerwaarde heeft om te zitten, dan doe ik dat ook niet. Daarnaast eet ik gezond, drink voldoende water en omdat ik inmiddels boven de 50 ben, doe ik ook aan krachttraining. Dit doe ik met plezier, meestal om de dag. Dat hoort er gewoon bij. Elke keer dat je beweegt, komt er een golf van gezonde stofjes vrij, die wil je jezelf niet misgunnen.”

 

Hoe brengt u leefstijl ter sprake tijdens uw spreekuren?

“Het is bij mij een vast onderdeel van het gesprek, maar ik vraag altijd om toestemming en leg uit waarom ik het onderwerp aanhaal. Vaak sluit het aan bij iemands klachten of hulpvraag, bijna iedereen staat open voor dit onderwerp. En als iemand mij al wat beter kent, dan weet die persoon meestal al dat leefstijl aan bod zal komen, vaak beginnen ze zelf al te vertellen welke successen ze hebben geboekt of waar het mis ging volgens hen. Het gaat er in het gesprek om aan te sluiten bij de beleving van de patiënt. En kleine doelen te stellen zodat het behalen van successen makkelijk wordt, dat werkt heel motiverend. Kleine dingen kunnen een groot effect hebben”

 

Wat kunnen werkgevers doen om medewerkers te ondersteunen?

“Weet wat er speelt in je organisatie, waar de risico’s en de oorzaken van het verzuim liggen. Doe preventief medisch onderzoek. Je bereikt nooit iedereen, maar je kunt wel zo veel mogelijk aspecten van het Leefstijlroer aanbieden. Laat medewerkers weten dat ze altijd bij een preventief spreekuur terecht kunnen bij de bedrijfsarts. En train leidinggevenden in het vroegtijdig signaleren van signalen, vooral signalen van werkstress. Als je weet wat er speelt, kun je gericht voorlichtingen, scholingen of workshops geven.”

 

Heeft u een voorbeeld waarbij leefstijladvies écht verschil maakte?

“Ja zeker. Ik had een patiënt met microvasculaire hartproblemen. Hij rookte, bewoog nauwelijks en was langdurig ziek – hij dreigde zijn baan te verliezen en dat gaf hem weer extra stress. Na een aantal spreekuren is hij uiteindelijk gestopt met roken, ging sporten, viel kilo’s af en begon hij met mindfulness. Binnen een jaar werkte hij weer volledig en daar was hij erg gelukkig mee. Dat soort verhalen raken me. Ik zie ook vaak dat mensen met psychische klachten opeens gaan herstellen als het ze lukt om in beweging te komen, dat is prachtig om te zien.”

 

Wat zou u geneeskundestudenten willen meegeven?

“Voor wat betreft leefstijl: laat dit mooie onderwerp niet meer los.

Over werk: vraag je patiënten altijd wat voor werk ze doen en wat ze daar mooi of juist zwaar aan vinden, dan heb je een heel ander gesprek en krijg je ook informatie die voor hun ziekte belangrijk is.

Voor je beroepskeuze: pak je regie. Kies voor een vak waar je passie ligt, maar denk ook aan arbeidsomstandigheden. Wil je bijvoorbeeld nachtdiensten draaien? Wil je onderzoek doen naast het werk? Wil je verhuizen voor je werk? Wat voor sfeer zoek je? Welke patiënten hoop je te spreken? Hoeveel tijd wil je hebben voor een spreekuur? En voor jezelf? Wil je steeds op dezelfde plek werken of wil je een afwisselende werkweek? Wil je thuis kunnen werken? Het is iets waar je de rest van je leven mee bezig zal zijn. Kijk of je een brede oriëntatie kunt doen, loop eens mee op verschillende plekken.

En vergeet niet: wij artsen moeten wel het goede voorbeeld geven. Je kan je werk alleen maar lang met veel plezier blijven doen als je goed voor jezelf zorgt. En voor elkaar!””

 

 

Tags:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.