Interview: Leefstijlarts Alja Sluiter
Alja Sluiter is bezig met veel verschillende functies: ze is huisarts, kaderarts spoedzorg, beleidsmaker en medisch directeur bij een huisartsencoöperatie én bovendien leefstijlarts. Daarnaast is ze veel bezig met wetenschap en het ontwikkelen van onderwijs voor onder andere de huisartsenopleiding. haar podcast “Komt een man niet meer bij de dokter” praat ze met verschillende professionals over haar ambitie: de samenleving leefkrachtiger maken, zowel fysiek als mentaal.
Hoe ziet jouw gemiddelde werkweek eruit?
Ik werk één dag in de week als huisarts, anderhalve dag als medisch directeur, voor mijn bestuurstaken geef ik mezelf een halve dag per week; nog een halve dag voor onderwijs ontwikkelen. Via Arts en Leefstijl ben ik nu betrokken bij de coalitie Leefstijl in de Zorg met het ministerie van VWS; dat komt er nu bij. Dan zit ik ongeveer op 4.5, 5 dagen. Ik hou van werken en ik hou van variatie. Daarnaast loop ik nog veel diensten als huisarts.
Ik moet eigenlijk een paar dingen laten vallen. Maar op dit moment ben ik eigenlijk in transitie richting de leefstijlgeneeskunde, dit neemt steeds meer van mijn werkweek in.
Waar is jouw motivatie voor leefstijl begonnen?
Best wel een inkopper, maar dat begon bij mezelf. Ik mekte in mijn drukke werkweek dat ik minder goed sliep en allerlei pijnklachten kreeg. Ik stond altijd in de vijfde versnelling. Aandacht besteden aan eten en beweging schoot er nog wel eens bij in, maar toen ben ik gaan kijken hoe ik dit wél kon integreren in mijn werkweek. Dit had bij mij zo veel effect, dat ik dit ook bij patiënten ben gaan toepassen. Ik merkte dat ze minder medicatie nodig hadden, dat ik minder doorverwees en dat ze mentaal en fysiek fitter werden. Net als ikzelf! Ik heb de ambitie dat dit voor elke inwoner haalbaar is; ook bij minder inkomen. De gezondheidskloof vergt keuzes van de overheid, gemeentes en de zorgmedewerkers zelf.
Bij wie ligt de verantwoordelijkheid het meest; bij de overheid, de arts of de patiënt zelf?
Eigenlijk bij alle drie. Ook nog bij gemeentes en bij de zorgverzekeraar. Hoe de verdeling ligt, hangt af van de patiënt en diens achtergrond vind ik. Je hebt niet alles in de hand; als je minder inkomen hebt en dus minder makkelijk gezonde keuzes kan maken, komt de overheid en de gemeente in beeld. Hier in de omgeving staan bijvoorbeeld op één vierkante kilometer drie fastfoodketens. Die staan in wijken van lage sociaaleconomische status, naast de lagere school. De kinderen halen op woensdagmiddag voor één euro een Happy meal. Dat is slecht beleid; dweilen met de kraan open. Ik vind verder dat iedere arts een gesprek voor gedragsverandering in zijn toolbox moet hebben. Iedereen moet aan de slag; de patiënt zelf ook. Ik ben opgeleid als arts die de patiënt vertelt wat te doen, maar dat is niet meer van deze tijd. Ik maak het bespreekbaar, maar als iemand niet wil ga ik er niet aan trekken. Daar heeft iemand eigen verantwoordelijkheid in. Het vergt dus van iedereen in deze samenleving inspanning.
Net als in de podcast; “betutteling” moet omgevormd worden naar “gezondheidsbescherming”.
Ja, zoals Erik Scherder zei: we moeten af van betutteling. Eigenlijk is al die reclame voor chips, chocola en ander ongezond eten ook een vorm van betutteling, maar daar zijn we helemaal aan gewend.
Wat is een goed punt om te starten met de ‘paradigmashift’: de shift naar een gezondere bevolking?
Er moet bij iedereen een omslag in het denken komen. De focus ligt nu op ziekte en zorg, maar moet naar gezondheid en gedrag. Dat is iets beleidsmatigs, maar ook iets mentaals. Onze taak als zorgverleners: het voor elkaar krijgen dat mensen voor zichzelf kunnen zorgen. Ik vind dat zorgverleners de plicht moeten krijgen om aan preventie te werken. We leven nu in een BNP-gedreven samenleving met kostenbesparing als primair doel. Dat moet een waarde-gedreven samenleving worden. Preventie moet gaan om maatschappelijke winst.
Dan zal de kostenbesparing vanzelf meekomen. In het huidige zorgstelsel wordt ook nog alleen ziekte en behandeling financieel beloond, preventie vaak niet. Dat moet ook anders, maar dat zijn allemaal best wel grote veranderingen.
Ja, maar het gaat lukken, ik weet het zeker! Er zal wel ongeveer 10 jaar overheen gaan.
En hoe ziet Nederland er dan uit over 10 jaar?
Dan hebben we een samenleving waarin de omgeving ons uitnodigt om gezond gedrag te vertonen, met betaalbaar gemaakte gezonde keuzes in de supermarkt, en bewegen is het nieuwe normaal. Momenteel is alleen aandacht besteden aan fysieke fitheid volledig genormaliseerd, denk aan naar de sportschool gaan, maar in de toekomst hoop ik dat er voor mentale fitheid evenveel aandacht is. Iedereen neemt de tijd om te doen wat voor die persoon werkt om mentale fitheid te behouden; naar een museum gaan, de natuur in, sporten, of een avondje doorzakken met vrienden. Ook op het werk is het normaal om bijvoorbeeld even naar buiten te gaan.
In mijn utopie zijn er ook minder mensen in armoede, en we werken hard aan de oplossing voor de energiecrisis. Iedereen heeft van jongs af aan meegekregen hoe je verantwoordelijkheid hebt voor je eigen gezondheid, en houdt dit bij met een device wat mede wordt gefinancierd door de overheid.
Hoe word je eigenlijk leefstijlarts?
Hiervoor heb ik een opleiding Integrative Medicine gedaan. Maar de opleiding is min of meer in te richten zoals je wil. Ik heb zelf bijvoorbeeld minder met homeopathie, maar dat mag er ook zijn. Verder heb ik wat cursussen gedaan die me van belang leken. Waaronder een cursus Subconcious Impact; hoe beweeg je écht mensen met motiverende gespreksvoering, want dat is de key van leefstijlgeneeskunde vind ik. Deze methode voegde veel toe naast de geneeskunde- en huisartsenopleiding. Ik pas hem ook wel eens toe op mijn gezin, haha. Ze herkennen het nu als ik een zin begin met “Is het een idee dat…”. Verder heb ik veel wetenschappelijke onderbouwing gelezen en nascholingen gedaan.
Denk je dat het beroep van leefstijlarts zich gaat uitbreiden in de toekomst; een los specialisme wordt?
Dat is het eigenlijk al; er zijn steeds meer artsen die vanuit basisarts leefstijlarts worden. Ik vind het nu nog prettig om het te combineren met het huisartsenvak, en ik denk ook dat het daar goed bij past. Bovendien is het beroep leefstijlarts nog niet structureel gefinancierd, dus een combinatie geeft meer bestaanszekerheid.
Op welk deel van de leefstijl zet je het meest in in de spreekkamer: voeding, beweging, mentale gezondheid of iets anders?
Dat verschilt enorm, leefstijlgeneeskunde is natuurlijk zo breed met zo veel verschillende pijlers. Dus iedereen vergt een individuele aanpak, en dat maakt het ook zo leuk. Ik vind wel dat we op mentale gezondheid nog 10-0 achterstaan in Nederland. De focus ligt nog veel te veel op fysieke gezondheid. Op mentale ziekten hangt nog veel te veel het label van zwakte. De pandemie heeft wel de functie van een soort snelkookpan gehad; mensen gingen meer bij zichzelf na hoe ze ervoor stonden, en waar ze aan wilden werken. Om het gesprek hierover te openen zochten ze mijn spreekuur actief op.
Wat bewoog je om een podcast te maken?
Ik was zo’n zeven jaar bezig met leefstijlgeneeskunde, en zat te denken hoe we leefstijlgeneeskunde de samenleving in krijgen. Ik wil een fysiek en mentaal krachtige samenleving creëren, en niet alleen voor the lucky few. Met een podcast hoopte ik ook partijen buiten de zorg te bereiken, zoals beleidsmakers. Verder merkte ik dat veel mensen geïnteresseerd waren in leefstijlgeneeskunde, maar nog praktische handvatten misten. Dat wilde ik hen bieden, door bij experts langs te gaan.
En is dat doel behaald denk je?
Ja! Het was echt een hit, 1200 luisteraars per aflevering. Een zorgverzekeraar wilde graag om de tafel zitten naar aanleiding van de podcast, net als veel beleidsmakers. Ik ga binnenkort met het ministerie van VWS in gesprek; met Maarten van Ooijen. Ook de gemeente Groningen nam contact op. Daar wordt al veel gedaan op het gebied van eiwittransitie: verduurzaming van de gemeente door alle bewoners minder vlees te laten eten.
Hoe kan je goed zelf mentaal ontspannen?
Dat verschilt per keer wat ik precies nodig heb. Soms is het sporten; ik train nu voor een kwart marathon. Maar soms voel ik dat ik wil wandelen in de natuur, of moet borrelen met een vriendin. Of het water op om te zeilen. Mentaal ontspannen vergt actief uitzetten van mezelf.
Wat wil je meegeven aan alle geneeskundestudenten en jonge artsen?
Begin bij jezelf. Zelfcompassie is belangrijk, hier word je een betere arts van. Dat klinkt zweverig, maar is hartstikke evidence-based. Onderzoek toonde aan dat dat artsen geeft die minder fouten maken, minder burn-outs, minder depressie. We zijn als arts zo ver afgedreven van wat we zelf nodig hebben. We leren heel goed voor de patiënt te zorgen, maar niet voor onszelf. De Jonge Dokters hebben hier een goed onderzoek naar gedaan.
Sinds 2017 staat het in de eed van Hippocrates; nieuwe artsen moeten zweren goed voor zichzelf te zorgen. Daar hoort zelfcompassie bij. Ik hoop dat de nieuwe generatie artsen voor zichzelf kunnen opkomen op dat gebied. Want je bent er zelf verantwoordelijk voor, en het huidige zorglandschap wordt alleen maar lastiger. Dat vergt actief keuzes maken in voor jezelf opkomen. Ik hoop dat de nieuwe generatie de generatie wordt die dit anders doet, en dit ook meegeeft aan weer de generaties erna.